Sinds 12 maart 2025 gelden er in de Verenigde Staten aanvullende invoerheffingen op staal, aluminium en daarvan afgeleide producten. Ook zijn er sinds 10 april wederkerige invoerrechten van kracht van 10 procent op metaalhoudende producten uit derde landen, waaronder de Europese Unie. Alleen producten uit Mexico, Canada en China zijn vooralsnog uitgezonderd van deze maatregel, die loopt tot 9 juli 2025.
Voor Nederlandse exporteurs betekent dit hogere kosten en strengere eisen bij de invoeraangifte. Zo moet worden vermeld in welk land het metaal is gesmolten en gegoten, en wat het afzonderlijke gewicht en de waarde van het metaalgehalte is. Ontbreekt deze informatie, dan kan het volledige product met het aanvullende tarief worden belast. Correctie achteraf is soms mogelijk, maar leidt vaak tot vertragingen.
De extra tarieven vallen onder Sectie 232 van de Amerikaanse handelswetgeving. Voor staal geldt een heffing van 25 procent, voor aluminium 10 procent. Daarbovenop kunnen wederkerige heffingen worden opgelegd, afhankelijk van oorsprong en productclassificatie. Dit geldt onder meer voor voertuigonderdelen, kabels, buizen, bevestigingsmaterialen en andere bewerkte metaalproducten.
Exporteurs doen er verstandig aan om vooraf af te stemmen met hun Amerikaanse klant of broker over de juiste HTSUS-code en het verzamelen van de vereiste gegevens. Denk hierbij aan het herkomstland van het basismateriaal, het productieproces en een duidelijke specificatie van de metaalinhoud in gewicht en waarde. De informatie moet kloppen én volledig zijn opgenomen in de invoeraangifte, inclusief een eventuele verwijzing naar de juiste zogeheten ‘99-heading’ uit het Amerikaanse tariefboek.
Zie ook: Veranderende eisen invoeraangifte dankzij VS-heffingen op metaal | evofenedex
Heb je als exporteur vragen over deze nieuwe maatregelen?
Neem dan contact op met Carel van Vliet, adviseur Internationaal Ondernemen bij Koninklijke Metaalunie, via vliet@metaalunie.nl.