Om de beschikbaarheid van technici en de aantrekkingskracht van technische sectoren te vergroten, wordt er een nieuw arbeidsmarktsysteem voor werken in de Techniek, Bouw en Energie ontwikkeld: de Gouden Poort. Hiermee wordteen 10-jarige werk/ontwikkelgarantie geboden voor iedereen die voor een techniekopleiding- en baan kiest. Dit is het meest ambitieuze onderdeel van het Aanvalsplan Techniek.

De Gouden Poort wordt in en vanuit verschillende regio’s in Nederland de centrale plek voor informatie over en begeleiding bij loopbaanstappen naar een (nieuw) beroep in de techniek, bouw en energie. Het moet instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van skills faciliteren. Voor werkgevers is de Gouden Poort een wervingskanaal voor nieuw talent en verzorgt het loopbruggen van werkgevers met (toekomstige) overschotten naar werkgevers met tekort aan medewerkers. Door opleiders – model van de Hybride Techniekcentra – aan het initiatief te verbinden, ontsluit de Gouden Poort modulaire maatwerk leerwerktrajecten die aansluiten bij de werk- en levenservaring van personen en afgestemd zijn op de kennis en vaardigheden die de werkgever nodig heeht. Daarnaast is de Gouden Poort een duurzaam samenwerkingsverband tussen de technische sectoren door de arbeidsmobiliteit tussen verschillende technische sectoren te vergroten en loopbaanpaden over technische sectoren heen te bieden. Bijvoorbeeld door een gezamenlijke portfolioaanpak (skills-paspoort) vanuit een skillsgerichte arbeidsmarkt en afspraken over inzet van ieders instrumenten om instroom naar en van werk naar werk binnen de gezamenlijke sectoren, optimaal te kunnen invullen.

Vaardigheden
Met de Gouden Poort moet ook de uitval uit de techniek geminimaliseerd worden. Mensen kunnen gedurende hun hele werkzame leven terugkomen naar de Gouden Poort voor een volgende loopbaanstap, waarbij zicht op vaardigheden niet verloren gaat.

Middelen
Er zijn wel voorwaarden voor succes. Zo moeten de opleiders, publiek en privaat, zich ook aan de Gouden Poort verbinden en moeten werkgevers en werknemers duidelijke afspraken maken over het inzetten van sectorale (O+O) middelen om ondersteuning – financieel en inhoudelijk – mogelijk te maken. Maar ook de overheid moet bereid zijn om geld vrij te maken voor investe- ringen in de nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur. Dit kan door middelen voor een nieuwe

‘van-werk-naar-werk’- en ‘zijlijn-naar-werk’-infra- structuur beschikbaar te stellen. De publieke arbeidsmarktinfrastructuur kan werkzoekenden helpen bij toegang naar technische banen. De overheid moet ook mede de ontwikkeling naar een skillsgerichte arbeidsmarkt en -onderwijs ondersteunen. Dit kan door het publieke deel van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld de Regionale Mobiliteits Teams (RMT’s) en UWV aan te laten sluiten bij de Gouden Poort. Ook financiële ondersteuning vanuit de overheid moet beter gematcht worden met sectorale middelen.
 

ANNE MARIE HEIJ
BELEIDSSECRETARIS ONDERWIJS
KONINKLIJKE METAALUNIE