“Een gezonde economie en florerende bedrijven zijn noodzakelijk voor de welvaart in Nederland. Zonder een stabiele economie en een krachtig MKB zijn er geen banen en is er geen geld voor publieke voorzieningen. Ondernemers zijn nodig om te investeren en zijn van grote waarde voor onze samenleving.” Het zijn woorden die ik zelf had kunnen verzinnen. Maar het is toch echt de inleiding van hoofdstuk 10 van het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet-zonder-naam.
Als ondernemer ben je geneigd je een keer in de ogen te wrijven als je zulke woorden leest. Maar het stond er echt! Bijna alle punten waar we de afgelopen jaren zo op gehamerd hebben, kwamen terug. Leest u mee? “Een stabiele Nederlandse economie en gezonde bedrijven kunnen niet zonder een goed vestigingsklimaat - Bedrijven moeten zich in Nederland willen vestigen en willen blijven - Het verdienvermogen van Nederland moet voorop staan - Nederland moet een land blijven waar bedrijvigheid ontkiemt, bloeit en groeit - Onze Nederlandse industrie is van groot belang voor ons verdienvermogen - Tegelijkertijd is er ook direct actie nodig; nu is er te veel knellende regelgeving die in de weg zit.”
Na deze woorden volgt een opsomming van wat er allemaal moet gebeuren om die mooie woorden om te kunnen zetten in daden. De vermindering van regeldruk voor ondernemers is een speerpunt. De verhoging van de AB-heffing in box 2 en het verlagen van de mkb-winstvrijstelling voor IB-ondernemers worden niet doorgezet. Het nieuwe kabinet predikt ‘stabiel beleid’ en de herintroductie van degelijke budgettaire spelregels. Het staat er allemaal in. Het enige waarbij ik wel mijn wenkbrauwen fronste, was de alinea over het innovatiebeleid voor de komende jaren. Er wordt niet of nauwelijks geld vrij gemaakt voor het aanjagen van innovatie (van het mkb). Sterker nog, het Nationale Groeifonds wordt opgeheven. Echt zonde!
Ik zou bijna zeggen tot zover het goede nieuws. Want we weten allemaal dat papier geduldig is. Alles draait om de concrete vertaling van die mooie woorden naar de praktijk. Zo zijn goede voornemens om regeldruk fors te verminderen door verschillende kabinetten als speerpunt bestempeld. Maar de praktijk bleek weerbarstiger. Toch geeft het wel hoop. Want het is nog altijd beter een vinger aan de pols te houden, dan helemaal geen pols te hebben. En op papier hebben we nu een goede aanzet voor wat een ondernemersgezind kabinet kan worden.
Het begin is hoopgevend, nu het vervolg: de komende tijd worden veel thema’s en voorstellen nog nader uitgewerkt in concrete beleidsprogramma’s door de verschillende nog te benoemen ministers. Uiteraard staat Metaalunie vooraan om mee te denken over deze essentiële nadere invulling van de plannen. Zodat die vinger aan de pols wat ons betreft een ferme handdruk voor een akkoord wordt.
Mark Helder,
Voorzitter Koninklijke Metaalunie