Bel mij terug

Zoek op trefwoord

Filter

Kies een categorie

Bijlage 10C Reglement generatiepact Metaal en Techniek

CAO Bijlagen

Definities

Artikel 1

Aanvulling Arbeidsovereenkomst:

  • De bij dit reglement bijhorende bijlage 1 waar de afspraken rond toepassing generatiepact worden vastgelegd.


Bedrijfstak:
De bedrijfstakken behorende tot de Metaal en Techniek, zoals omschreven in artikel 3 en de artikelen 77 van de CAO(’s) voor:

  • het carrosseriebedrijf;
  • de goud- en zilvernijverheid;
  • het isolatiebedrijf;
  • het metaalbewerkingsbedrijf;
  • het technisch installatiebedrijf


Cao:
De Collectieve Arbeidsovereenkomsten in de bedrijfstak

Feitelijk Salaris:
Het percentage van het Oorspronkelijk salaris dat de werknemer gaat verdienen na ingang van een Variant.

Oorspronkelijke Arbeidsduur:

  • De arbeidsduur zoals deze gold voor het toepassen van een van de Varianten



Oorspronkelijk Salaris:

  • Het voor de Werknemer geldend salaris zoals deze gold voor het toepassen van een van de Varianten


Pensioenopbouw:

  • De opbouw van het pensioen bij PMT en het daarbij behorend premiepercentage.


Varianten:

  • 60% Oorspronkelijke Arbeidsduur-80% Oorspronkelijk Salaris-100% Pensioenopbouw (60-80-100)
  • 70% Oorspronkelijke Arbeidsduur-85% Oorspronkelijk Salaris-100% Pensioenopbouw (70-85-100)
  • 80% Oorspronkelijke Arbeidsduur-90% Oorspronkelijk Salaris-100% Pensioenopbouw (80-90-100)


Werkgever:
Een werkgever in de Metaal en Techniek als gedefinieerd in artikel 4a van de CAO van de bedrijfstak;

Werknemer:
Een werknemer als bedoeld in artikel 2 cao.

Algemene Bepalingen

Artikel 2

  1. De Werknemer van 62 jaar of ouder kan de werkgever verzoeken een, naar keuze van de Werknemer, Variant toe te passen.
  2. De Werkgever kan dit verzoek inwilligen of afwijzen.
  3. Indien het verzoek wordt ingewilligd zal dit in de Aanvulling Arbeidsovereenkomst worden vastgelegd.

Artikel 2a Dit artikel treedt in werking op 1 januari 2020
  1. De Werknemer van 60 jaar of ouder heeft het recht op de Variant 80-90-100 met inachtneming van het hiernavolgende:
    A. De werknemer dient vòòr de datum ingang van zijn generatiepact tenminste 1 jaar bij de werkgever in dienst te zijn;
    B. Mocht de werknemer gebruik willen maken van het generatiepact dan dient hij dat tenminste zes maanden vòòr de ingang van zijn generatiepact aan de werkgever kenbaar te maken;
    C. Indien naar de mening van de werkgever zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich tegen toepassing van het generatiepact verzetten, moet de werkgever dit aan de werknemer mededelen. De werkgever moet dit dan doen binnen 4 weken na het kenbaar maken door de werknemer;
    D. Indien de werknemer een verlofstuwmeer heeft van meer dan 296 uren moet de werknemer dat meerdere opnemen binnen een half jaar voorafgaand aan datum gebruikmaken van het generatiepact;
    E. Een verlofstuwmeer is het aantal verlofuren dat de werknemer nog heeft staan aan vakantieuren (met uitzondering van de ADV-uren, de gekochte uren volgens artikel 30 en de uren welke volgens artikel 42 lid 5a sub 3 in overleg met de werkgever in tijd zijn vergoed) uit voorafgaand(e) kalenderja(a)r(en), buiten de reguliere uren die de werknemer toekomt in het kalenderjaar van ingang generatiepact;
    F. Indien de werknemer op de datum ingang generatiepact ondanks sub D nog steeds een verlofstuwmeer heeft van meer dan 296 uren gaat het generatiepact toch in (en blijft hij de meerdere uren behouden) tenzij de werkgever kan aantonen dat de werknemer niet heeft meegewerkt om de meerdere uren op te nemen.
  2. Indien een geschil over het vorenstaande ontstaat kan door de werkgever en/of werknemer aan de Vakraad om advies worden gevraagd. Zie voor de procedure bijlage 3D.
  3. Met uitzondering van artikel 2 zijn alle overige artikelen van dit reglement ook van toepassing op artikel 2a.
  4. Het ingegane generatiepact zal in de Aanvulling Arbeidsovereenkomst worden vastgelegd.

Artikel 3
  1. Gebruikmaking van een Variant kan alleen indien de Werknemer tenminste 22,8 arbeidsuren per week werkzaam blijft.
  2. Bij gebruikmaking van een Variant is artikel 51 CAO (Extra vakantierechten voor oudere werknemers) niet langer van toepassing.
  3. Bij gebruikmaking van een Variant mag de werknemer geen nieuwe of uitbreiding van betaalde nevenwerkzaamheden verrichten.
  4. Gebruikmaking van een Variant vervalt per de datum dat er een (deeltijd- )pensioenuitkering plaatsvindt.

Pensioen.

Artikel 4
  1. Bij gebruikmaking van een Variant is de Werkgever gehouden het Feitelijk Salaris aan de administrateur van de bedrijfstakregelingen Metaal en Techniek door te geven.
  2. In geval van betaling van de pensioenpremie aan PMT, blijft de Werkgever het recht houden de gebruikelijke inhouding van het Oorspronkelijk Salaris voort te zetten.

Opgave aan administrateur bedrijfstakregelingen Metaal en Techniek

Artikel 5
  1. De Werkgever geeft het Feitelijk Salaris met de cao-verhogingen van artikel 41 CAO, en de gebruikelijke grondslag gevende elementen door aan de administrateur van de bedrijfstakregelingen Metaal en Techniek.
  2. De administrateur zal vervolgens dat Feitelijk Salaris met de bijbehorende gebruikelijke elementen omzetten naar een 100% salaris welk 100% salaris de grondslag vormt voor de hoogte van de pensioenpremie en de opbouw van pensioen.

Vergoedingen

Artikel 6
  1. Bij gebruikmaking van een Variant geldt dat tijd voor tijd wordt vergoed waarbij bepalend is het percentage van de Oorspronkelijke Arbeidsduur. Voorbeeld: bij gebruikmaking van bijvoorbeeld de variant 70-85-100 wordt de opbouw van de vakantiedag gebaseerd op 70%.
  2. Bij gebruikmaking van een Variant geldt dat geld voor geld wordt vergoed waarbij bepalend is het percentage van het Oorspronkelijk Salaris.
    Voorbeeld: de vakantiebijslag wordt bij gebruikmaking van de Variant 80-90-100 berekend over 90% van het Oorspronkelijk salaris.
  3. Bij gebruikmaking van een Variant en er sprake is van tijd voor geld, geldt de volgende formule:
    38 (totaal aantal arbeidsuren gemiddeld per week over een jaar) maal het feitelijk salaris maal het percentage tijd (bv een overuur) en dit dan gedeeld door (38 x het percentage nieuwe salaris (dus 80%, 85% of 90%)).
    Voorbeeld: gekozen Variant is 60-80-100, het feitelijk salaris bedraagt € 2.000 en er is sprake van een overuur ad 0,78%:
    38 maal 2.000 maal 0,78% gedeeld door (38 maal 80%) maakt een uitbetaling van € 19,50.
  4. Voor vakantiedagen geldt dat dagen (uren) blijven dagen (uren) en opgebouwde en op te bouwen vakantiedagen worden uitbetaald, indien en voor zover van toepassing, tegen het uurtarief van het Oorspronkelijk Salaris verhoogd met de cao-verhogingen van artikel 41 en/of eventueel indien van toepassing artikel 33 cao (toepassing salaristabellen) na gebruikmaking van een Variant.

Overige

Artikel 7


In geval van tijdens gebruikmaking van een Variant de Werknemer arbeidsongeschikt raakt, zal de pensioenopbouw na twee jaar arbeidsongeschiktheid of na afloop van de loondoorbetalingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid premievrij plaatsvinden gebaseerd op 100% van het salaris als bedoeld in artikel 5 lid 2.

Looptijd

Artikel 8
  1. Dit reglement is van toepassing tenzij uit een nader reglement anders blijkt.
  2. Gebruikmaking van een Variant tijdens de looptijd van dit reglement blijft in stand ook na afloop van dit reglement totdat het eindigt als bedoeld in artikel 3 lid 4 hiervoor bedoeld of door overlijden van de Werknemer of in overleg met werkgever en werknemer. De regels van dit reglement blijven in dat geval onverkort van toepassing tot het moment van eindiging als in de voorgaande zin bedoeld.
 

Meer informatie Team Sociaaljuridisch Advies

Ook interessant