Smederij De Klink bv heeft een softwareabon nement gekocht bij EST bv voor haar webwin kel. Zij verkoopt daarmee artistiek smeedwerk. De Klink neemt de webkoppeling in gebruik. Dit levert veel frustratie op. Want opeens zijn er allerlei storingen. De Klink hangt daarom regelmatig aan de lijn met de servicedienst van EST. Die draagt dan mogelijke oplossingen aan. De storingen worden echter (nog) niet opgelost. En na een aantal weken is De Klink het beu. In een telefoongesprek geeft de smederij aan dat ze het voor gezien houdt en de webkoppeling niet langer zal gebruiken.
De facturen van EST betaalt De Klink niet, want de webkoppeling bracht haar immers alleen maar ellende, zo redeneert De Klink. Na een aanmaning laat De Klink weten dat de overeenkomst door haar telefonisch is ontbonden en dat zij daarom niet hoeven te betalen. EST kan zich een dergelijk gesprek niet voor de geest halen, en houdt vol dat De Klink gewoon haar nota’s moet voldoen. Het gaat om zo’n 700 euro en EST zoekt haar heil bij de rechter.
EST vordert De Klink te veroordelen tot beta ling. Het is de rechter duidelijk dat De Klink erg ontevreden was over de webkoppeling. Uit niets blijkt echter dat EST de klachten niet alsnog had kunnen verhelpen. Als je in zo’n geval van een contract af wil komen, is een schriftelijke ingebrekestelling nodig. Hierin krijgt degene die een prestatie moet leveren een laatste kans om dit alsnog correct te doen binnen een bepaalde termijn, die redelijk moet zijn. Bellen en aangeven dat je stopt, is niet de manier. Ook is er geen sprake van dat EST zou hebben gezegd dat de problemen niet op te lossen waren of geweigerd zou hebben dit te doen. Dat had de situatie juridisch anders kunnen maken. Kortom, een en ander is niet gegaan zoals het juridisch had gemoeten. Ondanks de duidelijke ontevredenheid van de klant over de dienst, is dit niet voldoende om EST te laten zitten met onbetaalde rekeningen. De Klink wordt veroordeeld de facturen te betalen, plus een paar honderd euro aan proceskosten.
ONTBINDEN
Als het nakomen van een afgesproken prestatie nog steeds binnen de mogelijkheden behoort, dan is, om een overeenkomst te ontbinden, een schriftelijke ingebrekestelling nodig. Hierin moet ook een redelijke termijn tot nakoming staan. Als deze termijn bijvoorbeeld onbenut blijft of niet succesvol verstrijkt, dan pas kan er buitengerechtelijk ontbonden worden. Na een ontbinding zijn de contractspartijen bevrijd van hun afgesproken prestaties. Als er al verplichtingen waren nagekomen, dan moeten die teruggedraaid worden, zoals bijvoorbeeld een aanbetaling. Soms wordt er gedeeltelijk ontbonden, en moet er alsnog betaald worden voor het deel dat wel correct is gepresteerd. Als u een overeenkomst (gedeeltelijk) wilt ontbinden of als uw klant dat wil, dan kunt u bij de bedrijfsjuridische ledenadviseurs van Koninklijke Metaalunie terecht voor advies via bj@metaalunie.nl.
MR. MIRJAM BOS
BEDRIJFSJURIDISCH ADVISEUR
KONINKLIJKE METAALUNIE